In het gesprek met Jos Douma over discipelschap, mag intussen in onze beide blogs opvallen dat discipelschap meer is dan een element voor de liefhebbers. Discipelschap of navolging van Jezus, brengt je bij de meest basale elementen van christelijk geloof. Ik denk dat het besef hiervan momenteel weer sterker aan het worden is. Het verbindt pioniers aan de bouwers binnen bestaande kerken. Tegelijk blijft de vraag spannend: waar begin je, zeker in de bestaande setting van de kerk?
Wat ik lastig vindt aan Mike Breen is ook hetgeen ik zo boeiend vindt aan zijn insteek: hij begint aan een andere kant dan we gewend zijn. Hij zet in op processen en veel minder op de onderdelen die in de meeste kerken vertrouwd en bekend zijn. Daarvoor nu nog wat meer aandacht. Breen zet in op andere manieren van kerk zijn die mensen heel direct in de kring zet en in een proces van vorming en groei. Ik zeg er gelijk bij: snel lezend kun je daar soms een gevoel van maakbaarheid of zelfs activisme bij krijgen. Ik noteer zoiets zelf tenminste wel als serieuze valkuil. Maar dat is bijna altijd de valkuil van bewegingen die vernieuwing en verandering willen brengen in een bestaande situatie. Het brengt me bij de tweede uitdaging die ik wil formuleren in het gesprek met Jos, en waarmee ik vooral inga op zijn 2e blog (en een beetje op zijn 3e):
Uitdaging 2: discipelschap is juist voor gewone gelovigen en twijfelaars
Ik heb eerder geschreven dat het bij discipelschap volgens mij gaat om de vraag hoe je weer een beweging bottom up krijgt in de kerk, vanaf het grondvlak. Ik heb gemerkt dat die opmerking niet per sé helder overkomt. Het mooie ervan is dat Jos Douma in zijn 2e blog een prachtige uiteenzetting geeft van hoe kerken vandaag kunnen functioneren: meer als netwerken, met invloed op allerlei manieren en niet meer in een éénrichtingsverkeer. Hij pleit voor de gedachte van Viral Change: mensen beïnvloeden elkaar via informele netwerken, verhalen worden verteld en hebben uitwerking en nieuw gedrag heeft impact. Wat Jos daarbij zegt over mijn benadering is dat die nog uitgaat van de oude hiërarchische kerkstructuren die we gelukkig achter ons hebben liggen. Ik heb genoten van die blog en deze visie deel ik ook van harte!
Toch wil ik wel een paar korte opmerkingen maken, en dan graag iets onder woorden brengen wat me echt bezig hield toen ik het had over bottom up. Wie een onlangs verschenen boekje van dertigers in de Gereformeerde kerk vrijgemaakt gelezen heeft, die zal opvallen dat zo in de 90-er jaren er nog een sfeer was volgens hun beleving van een bepaalde hiërarchie en eenrichtingsverkeer. Dat gaat over catechese, over preken, over de manier waarop geloofsvragen wel en niet bespreekbaar zijn. Wat ik hiermee wil zeggen: ik zie de verandering ook wel, maar zo simpel is het nog niet. We hebben nog wel degelijk met een gemengde praktijk te maken en dus met onderlinge verschillen in ervaring op dit punt. Tweede opmerking: ook als je de kerk positief ziet, en niet alleen als onwillig en log, maar als samen met elkaar onderweg, dan nog zit de kerk stikvol patronen in denken en doen, die het moeilijk maken om veranderprocessen in gang te zetten die daadwerkelijk iets opleveren. Niet alleen een hiërarchische bovenlaag in de kerk, maar misschien nog wel veel meer een behoudende middenlaag van traagschuim kan veel tegenhouden.
Maar waar komt bij mij dat ‘bottom up‘ vooral vandaan en wat wil ik er mee uitdrukken? Als ik daar over nadenk kom ik uit bij het woord consumptiementaliteit. Ik denk dat daar voor mij de kern zit waardoor ik discipelschap definieer als een beweging vanaf het grondvlak: het gaat om de gewone gelovige, zoeker, twijfelaar die met God wil leven en daarmee uitgenodigd wordt in de sporen van Jezus te gaan. Daarmee zit ik op het niveau van elke christen, maar ook in het hart van elke kerk. Maar daar tref ik patronen aan die je kunt omschrijven als zenden en ontvangen, verkondigen en luisteren, bedienen en aannemen, enz. enz. Een polariteit waarbij een kleine groep mensen – vaak ambtsdragers – zich het vuur uit de sloffen loopt om de meerderheid te verzorgen, te troosten, aan te spreken en toe te spreken. In het verste uithoekje tref je nog wat slagroompastoraat aan, en iets minder gechargeerd is er vaak sprake van een verzorgingscultuur. En discipelschap is dan de beweging die hier precies tegenin gaat: elke gelovige zelf als participant, als iemand met talenten en met commitment.
Gelijk maar de disclaimer hierbij: ik ben me bewust dat er op allerlei plekken wel betrokkenheid is, dat mensen hun gaven inzetten, verantwoordelijkheid nemen en onderling zorg bieden. En er is op veel manieren allang discipelschap in kerken: op plekken waar je het soms niet verwacht. Mensen die in navolging van hun Heer proberen te leven en een karaktervorming nastreven met vallen en opstaan die echt gaat over spiritualiteit en verandering.
En toch zijn basisstructuren vaak op z’n minst geïnfecteerd door een zekere consumptiementaliteit. Kritische consumenten, klagende of afwachtende consumenten, je komt ze zomaar tegen. Ambtsdragers zijn nogal eens overbelast en voelen zich tekort schieten. Als ik alleen al kijk naar de plek van de centrale kerkdienst, dan kan ik behalve blij daar ook moeite mee hebben. Zeker als dat tweemaal per zondag plaatsvindt. Er zit iets moois aan, en als het opbouwt en inspireert wil ik daar niets aan afdoen. Maar in dat kader durf ik de preek ook wel wat te bevragen: is dat tweemaal per zondag het meest geschikte middel om mensen voor te gaan in discipelschap? Dat heeft niets met relativering van Gods Woord te maken of van de preek in het bijzonder. Ik lees dat wat terug bij Jos over mijn eerdere blog. Wel, opnieuw niet wat ik bedoel te zeggen. Preken zijn geweldig (als ze lukken in de communicatie) en ik doe er graag aan mee op z’n tijd. Maar vanuit mijn overtuiging rond discipelschap en wat samen geloven inhoudt – moet ik wel kritisch kijken naar dit soort patronen.
Zoals het gegroeid is, hebben we in mijn ogen te maken met een vervormde manier van kerk-zijn. Een manier die niet meer hetzelfde karakter heeft als de eerste gemeenten bijvoorbeeld. Een manier die mensen onvoldoende om elkaar heen zet en helpt samen onderweg te zijn als volgelingen van Christus Jezus. Je kunt zoveel preken in je leven horen als kerkganger, maar na 60 jaar constateren dat je het makkelijker vindt te luisteren dan om op te staan en je geloof in praktijk te brengen. We vinden het massaal moeilijk om elkaar en anderen mee te nemen in het proces van geloven, van zoeken, van groeien, van overgave en genade, van bidden en stilte, van naastenliefde en ga nog maar even door. Na decennia doorwrochte preken zijn kerken intussen wel de verbinding met de samenleving voor een groot deel kwijtgeraakt. Dat hangt in mijn ogen samen met een eenzijdige accentuering van wat kerk-zijn inhoudt.
Ik zou ervoor willen pleiten om weer het een én het ander te doen. Maar dat betekent wel verschuiving van accenten. Naast vieringen in diensten ook informelere structuren waar we ook gewoon een gemeenschap vormen met elkaar. Huizen die opengaan, tafels die plekken worden waar gedeeld en geleefd wordt. Buurthuizen en andere plekken waar we klein maar betekenisvol aanwezig kunnen zijn. En ambtsdragers die vormen vinden om zulke processen geestelijk te begeleiden. Minder vergaderen, minder organisatie en meer leven en organisme. En dan ben ik volgens mij weer dichtbij de uitdaging die Jos benoemd heeft met Viral Change en de netwerkgemeenschap. De grote uitdaging is: zijn we bereid om bestaande structuren om te buigen of zo nodig los te laten en langzaam maar zeker organische structuren te creëren waar deze nieuwe cultuur van discipelschap praktijk kan worden?
2 Comments
Reacties zijn gesloten.