Auteur: Remmelt Meijer

Geloven & Leven

Kerk, kom buiten spelen!


1 reactie

Ik word wel vaker blij als sociologen zich met theologie bemoeien, zoals Miranda Klaver bijvoorbeeld. Het voordeel van een sociologische insteek valt niet te onderschatten volgens mij. Tenslotte gaat het in de kerk om mensen, omdat het om God gaat. Waar de theologie geneigd kan zijn het menselijke aspect naar de zijlijn te schuiven, zal een socioloog juist het menselijke als relevant onderdeel van het geheel naar voren halen. Cors Visser doet zoiets in zijn boekje De spelende kerk. En hij weet in een kort bestek een fascinerend plaatje te schetsen. Je leest het in een avond uit met twee koppen koffie en een glas wijn. Maar verslik je niet. Zonder drammerig te worden schoffelt dit boekje nogal een paar dingen los. In feite klinkt het verwijt dat de kerk z’n sociologische impact mede heeft verloren, omdat het is gaan uitbesteden aan christelijke organisaties. De weg terug klinkt simpel maar is verstrekkend: ga als kerk weer ‘inbesteden’.

De uitdaging van de benadering van Cors Visser zit voor mij op vooral twee punten. Twee kanten aan het verhaal, dat hij opbouwt vanuit onderzoek in Kenia, Brazilië en Nederland en die bijna tegengesteld lijken. De eerste kant is de waarde van geloofsgemeenschappen in zichzelf: gewoon door er te zijn, te bestaan. Ze creëren sociologisch gezien een speelveld. Een ruimte waar mensen leren, zich ontwikkelen en groeien door samen dingen te doen en te organiseren. Door met elkaar op te trekken als groep van uiteenlopende mensen. Daar zit al impact. Sociologisch wordt de impact pas echt groot en breder merkbaar als zo’n gemeenschap daadwerkelijk gaat buiten spelen: de andere kant van deze benadering. Het speelveld van de samenleving wordt weer betreden als geloofsgemeenschap en ook daar wordt gedaan, gegeven en geëxperimenteerd om het goede nieuws vorm te geven in het dagelijkse leven.

De waarde van de gemeenschap en de relatie van de gemeenschap met de omgeving (samenleving): dat klinkt logisch maar beide elementen is de kerk volgens mij nogal wat kwijtgeraakt. Als protestant lees ik bijvoorbeeld dat de theologische  nadruk op de persoonlijke verantwoordelijkheid als keerzijde heeft dat het individualisme daarmee ook een hoge vlucht heeft genomen. En die individuen hebben vervolgens veel georganiseerd voor de samenleving. Maar intussen is de kerk als gemeenschap daarmee wel eenzijdiger geworden.Het is een punt dat je ook al aantreft bij Charles Taylor, Een seculiere tijd: de kerk heeft de secularisatie zelf in de hand gewerkt.

Wees eerlijk: veel goede doelen hebben we ‘weggezet’ in organisaties. Als ik in de spiegel kijk van dit boekje valt mij op dat daarmee in feite twee elementen schade hebben opgelopen: de gemeenschap zelf functioneert minder sterk in Nederland dan bijvoorbeeld in Brazilië. En tegelijk is de missionaire impact ook aangeschoten wild geworden, omdat de kerk in onze context zich is gaan concentreren op verkondiging naar binnen toe. De goede doelen waren immers al geregeld via andere kanalen? Feitelijk is daarmee een dubbele boodschap ingeslopen in de evangelieverkondiging: die raakt vooral geestelijk gericht, terwijl we met de mond zullen belijden dat het ons ‘hele leven’ betreft en verandert. Maar de praktische verandering hebben we ongemerkt uitbesteed.

Ineens zie je jezelf bezig met twee werelden creëren door op zondag kerkdiensten te hebben voor je geestelijke heil en via de collecte een organisatie te steunen, die dan zorgt dat mensen in nood geholpen worden. Laat dat laatste nou gaan om die asielzoekers, die even verderop in je eigen woonplaats zitten? Ik fiets dus eerst langs ze om naar de kerk te gaan en daarna terug naar huis. Intussen heb ik het gevoel dat ik er ook ben voor deze mensen, tenslotte heb ik 2 euro in de collecte gedaan. Maar het komt niet meer in me op dat ikzelf degene ben die de drempel over zou moeten stappen van dat asielzoekerscentrum. En als ik dat al bedenk, voel ik me individueel verplicht. Een hoge lat die ik niet zie zitten. En daarmee heb ik weer mijn eigen geloofsgemeenschap buiten spel gezet, want het komt niet in me op om dit samen met hen op te pakken en er samen heen te gaan. Auw.

Theologisch gebeurt er nogal wat in dit korte verhaal vanuit een sociologisch perspectief. Dit raakt je hele manier van kerk-zijn. Het raakt aan veel vragen rond kerk en samenleving, secularisatie, missionair kerk-zijn, enz. Het voordeel is alleen dat al die elementen niet loodzwaar opgepakt worden, maar dat er lichtvoetig gepleit wordt voor een ander spel en daarmee ook voor een opnieuw inrichten van de speelruimte voor de kerkgemeenschap. Het is in mijn ogen een pleidooi voor discipelschap, zonder het woord zo expliciet te noemen. Volgens mij reikt dit verhaal elementen aan, waar we op dit moment niet omheen kunnen in kerkelijk Nederland.

Ik heb de afgelopen tijd meer met Cors Visser samen mogen werken in een begeleidingstraject van zijn thuiskerk in Utrecht. Ik heb daar meegemaakt wat hij kort ook beschrijft in zijn boekje: het is een stevige draai, die nodig is om als kerkgemeenschap te gaan zien dat je als kerk altijd een externe missie hebt. Een draai van individueel belang en intern belang naar een gezamenlijk belang voor je omgeving. Maar de moeite waard: De kerk is de enige gemeenschap in de wereld die bestaat voor het welzijn van haar niet-leden. Ik deel dan ook de bijna irritante stelling van dit pamflet dat het speelveld van de kerk pas drastisch verandert als de kerk zich eerst gaat richten op mensen buiten de kerk. ‘Buiten’ verandert ‘binnen’ en alleen zo gaat ‘binnen’ ‘buiten’ veranderen. Dat is haaks op de veel gehoorde opmerking dat we eerst onze zaken binnen op orde moeten hebben, voordat we ons naar buiten kunnen richten.

Het mooie is dat dit pleidooi voor buiten spelen nu eens niet komt vanuit een normatief theologisch betoog, maar vanuit een sociologisch onderzoek dat laat zien wat er gebeuren kan als dit werkelijkheid is. Het boekje heb ik besproken met een tafelkring met mensen uit diverse achtergronden. Vanuit die gesprekken wil ik nog een paar andere dingen oppakken in een volgende blog en raakt ook praktische vragen: hoe ziet dit er uit en wat betekent dat praktisch?

 

Geloven & Leven

Geen christen


Vorige week passeerde tussen alle nieuws iets dat de moeite waard is om nog even terug te halen: Paus Franciscus die na zijn bezoek aan Mexico opmerkt dat Donald Trump, gezien zijn uitspraken over migratie, geen christen is. Dat is nogal wat. Trump zelf ziet zich wel als christen en reageerde furieus (wat niemand verraste). De woordvoerder van het Vaticaan, Frederico Lombardi, leek de uitspraak te willen nuanceren door aan te geven dat het geen stemadvies was, noch een persoonlijke aanval. Ik ben zo vrij de uitspraak van de Paus even te laten staan. De uitspraak is in ieder geval ook geen slip of the tongue van deze Paus. Het past naadloos in vele opmerkelijke uitspraken en in zijn gedrag. En daar gaat dit ook over: wat je zegt en doet heeft voor Franciscus alles te maken met de vraag of je christen bent. Daar zit dus een grens aan. Dat is interessant in een tijd waarin tolerantie gemeengoed geworden is.

Als ik mijn eigen dubbele gevoelens bij deze uitspraak onder de loep neem, merk ik dat het risico voor mij vooral zit in de mogelijke veroordeling bij wat hier gezegd wordt. Iemands geloof in twijfel trekken: helaas heeft de kerk op dat punt z’n sporen wel verdiend. In gesprekken met zoekers en grensgangers op de rand van kerk en geloof, hoor ik vaak verhalen over veroordeling. En wie regelmatig naar Adieu God? kijkt komt dat element te vaak tegen. Lijstjes met goede en foute mensen, goede en foute meningen dienen als moreel kompas. Achter een streng toeziende kerk vermoeden we slechts een streng oordelende God.

Stookt de Paus dit vuur van oordeel weer op? Ik denk het niet. Alleen al zijn toevoeging: ‘als het waar is wat er gezegd wordt, laten we deze man het voordeel van de twijfel geven’. Maar er zijn daarbij twee goede redenen om de uitspraak van de Paus niet op het conto van een moraliserende kerk te zetten. Reden één: kijk naar de man zelf en zijn daden. De scherpste kritiek op deze Paus komt uit de gelederen van de Katholieke kerk zelf, niet van gewone gelovigen, protestanten of niet-kerkelijken. De wereld lijkt deze Paus te omhelzen als een geschenk uit de hemel. De juiste man op het juiste moment. Hij is in staat duidelijkheid te geven in alle chaos van een kerk die verbrokkelt en naar de marge verdwijnt. Hij belichaamt de kern van christelijk geloof met woorden en daden. Daarom is het interessant als juist deze milde man met oog voor de armen en verdrukten een pittige uitspraak doet. In feite zegt hij niet meer en minder dan: “Niet iedereen die zegt christen te zijn is het ook.” Dat lijkt me geen gekke gedachte.

Reden twee: kijk eens naar de context waarin deze uitspraak klinkt. Na zijn woorden over slachtoffers van illegale migratie op de grens van de VS en Mexico, krijgt hij vragen over de stevige oneliners van Donald Trump. “Een man die het alleen maar heeft over muren bouwen in plaats van bruggen slaan, is geen christen.” Is dat zo’n vreemde conclusie? Amerika laat zich nogal voorstaan op ‘christelijk’ te zijn. Ook de Amerikaanse versie van Geert Wilders doet dat graag. Intussen wordt er van alles geroepen wat haaks staat op het evangelie: goed nieuws voor armen, vervolgden, onderdrukten, enz. Jezus was zelf vooral scherp naar ‘binnen’ toe: de mensen die zichzelf als gelovig zagen. Deze Paus trekt dezelfde lijn. Mild voor velen en kritisch naar de kerk en de ‘vooraanstaande gelovigen’. Klasse.

Waarom? Misschien ben ik een te lief en poezig christendom gewoon wel een beetje zat. Volgens mij moet het nog wel ergens over gaan als je het woord ‘christelijk’ wilt bezigen. Niemand is dat verplicht overigens en de meerderheid heeft die behoefte ook niet in Nederland. Dat ligt anders in Amerika. Juist in een seculariserende wereld is het zinvol tijdig de essenties van christelijk geloof weer te laten klinken. Niemand wordt gedwongen er iets van te geloven, maar als je daar wel voor kiest, verplicht je dat tot een andere manier van denken. Je kunt niet je eigen roeptoeters blijven hanteren en fundamentalistische taal uitslaan en dat glimlachend verbinden aan jouw dierbare christelijke geloof. Daar leent dat geloof zich niet voor.

Ik durf de stelling wel aan, dat juist in een periode van kerkelijke terugloop en marginalisering het bijzonder missionair is en relevant om scherp te durven zijn. Wie z’n medemens willens en wetens wegschrijft en neerhaalt heeft niet het recht zich christen te noemen. Wie haat zaait met woorden en met z’n daden doodsbange mensen aan de grenzen van ons land wegkijkt moet het maar niet hebben over Jezus. Gewoon maar niet doen.

De lakmoesproef van echt christen zijn zit niet in regeltjes of moraliserende lijstjes, maar wel in liefde zonder uitsluiting. Dat kan duidelijkheid terugbrengen voor gelovigen en niet-gelovigen over wat christelijk geloof te bieden heeft aan een samenleving, waar weer verbinding, liefde en menselijkheid bestaat.

Geloven & Leven

Gezocht: vernieuwend leiderschap in de kerk


In mijn vorige blog heb ik een eerste reflectie geboden op de studiedag in januari over missionair leiderschap. Inzet was een boek van Mike Breen hierover. Er was relevante en milde kritiek over het risico van een te hoge lat. Nu de moeheid rond dit onderwerp weer wat afgezakt is (mocht je er last van gehad hebben), dan is het nu wel tijd voor een blik vooruit: wat leverde het gesprek op qua denkrichtingen? Discipelschap in Nederlandse kerken: hoe dan wel? Ik schrijf dit in de week dat de Protestantse Kerk een enquête uitgeschreven heeft voor haar leden: hoe moet het verder met de kerk. Op die schaal heeft een kerk in Nederland dat nog nooit gedaan. Als motivatie lees ik: ‘de kerk bevindt zich in een cruciale fase’. Ik deel die observatie en vindt het moedig en wijs om een dergelijke raadpleging te doen. De zoektocht naar de kerk van morgen leeft breed en in dat kader zie ik ook het gesprek op 19 januari met Sake Stoppels, Robert Doornenbal, Jos Douma en Ron Becker en anderen. Ik ga niet samenvatten, maar ik probeer vier lijnen te ontwaren in wat ik die dag gehoord heb en na zoveel weken bij mij blijft haken.

1. Kerk, leer weer leren 

Wat we ook van de kerk vinden, heel erg leerzaam ervaren mensen het niet. Even geen analyse hoe dat dan komt, maar alleen nu wat er mee bedoeld wordt. (lees verder)